Visie op toezicht

Alle bestuurders en toezichthouders hebben, vaak impliciet, een visie op toezicht. Deze visie wordt in de praktijk niet altijd gedeeld. Als dat wèl gebeurt blijken er veelal onderlinge verschillen te zijn die ongemerkt communicatiestoornissen of onvrede met zich mee kunnen brengen. Wanneer de visie op toezicht en de verschillen daartussen gedeeld en bespreekbaar gemaakt worden kunnen de bestuurder en de raad of de toezichthouders daar onderling overeenstemming over zoeken. Overigens hoeft er niet in alle gevallen 100% overeenstemming te zijn, helderheid over de verschillen werkt positief in het vertrouwen en de samenwerking.

Voorbeelden van verschillen die in de praktijk voorkomen:

De toezichthouder blijft op afstand (de toezichthouder mag niet op de stoel van de bestuurder gaan zitten) of de toezichthouder is betrokken.
De informatie voor de raad komt van of via de bestuurder of de raad mag of moet actief informatie verzamelen. Daartoe mogen ook contacten gelegd worden buiten de bestuurder om.
De raad moet risico’s terugdringen, stabiliteit en zekerheid bevorderen of de kwetsbaarheid is onvermijdelijk en mag getoond worden.
Het beleid moet uitsluitend getoetst worden of het beleid moet de resultante zijn van een intensief gesprek of overleg (strategisch partnerschap).
Rolvastheid is van groot belang of de rol van de toezichthouder wisselt voortdurend, het gaat om het bewustzijn daarvan.
De raad ziet toe op deugdelijk management, een doelmatige en doeltreffende bedrijfsvoering of de raad ziet toe op waardecreatie.

Door periodiek deze visie op toezicht op de agenda te zetten ontstaat er een verhelderend inzicht waardoor het vertrouwen groeit en er meer vaart en souplesse kan ontstaan in de samenwerking.

 


Jouw begeleiding van de RvT heeft ons beslist geholpen om de verschillen van
inzicht met betrekking tot het toezicht tussen de RvT en het CvB boven tafel te krijgen waardoor de werkrelatie verbeterd is.

René: Voorzitter RvT ROC